Werken met liefdesenergie Het dumbo olifantje
‘Het is heel raar, maar als ik zelf wat moet verzinnen weet ik niets meer’, zucht de man. ‘Ik doe mijn partner daarmee erg tekort. Als zij een afspraak maakt vergeet ik het. Als zij iets voor mij afspreekt vergeet ik het’. Hij kijkt niet om naar zijn vrouw die achter hem zit, maar de begeleider voelt haar denkbeeldige nagels aan zijn eigen rug krabben. ‘Alzheimer in een gevorderd stadium?’, vraagt hij. De man schudt timide het hoofd. ‘Nee? Dan doet me dit denken aan het beroemde olifantje’, zegt de begeleider. ‘Olifantje? Ik begrijp je niet’. ‘Het dumbo olifantje. Nooit de Donald Duck gelezen? Behoort tot mijn professionele literatuur’. Aarzelend en verward kijkt de man de begeleider aan. Zijn energie gaat naar binnen. ‘Het dumbo olifantje’, legt de begeleider uit, ‘heeft hele grote oren. Die gebruikt hij niet om te luisteren naar wat er gebeurt, maar om weg te vliegen voor er wat gebeurt’.
De man kijkt hem aan. Er verschijnt een vonkje in zijn ogen. ‘Steeds als het erop aankomt er echt even te zijn, vliegt hij weg. Ken je dat?’ ‘Ik ga liever niet het conflict aan’, bekent de man. ‘Hoe zwaar ben je?’, vraagt de begeleider. ‘72 kilo’, antwoordt de man. ‘Dat lijkt me een hele klus’, reageert de begeleider. ‘Zeker in verhouding met je oren’. ‘Toch lukt het me wel’, grijnst de man verlegen. ‘En als je het gewicht van je eigen persoonlijkheid, je eigen gewicht in kennen en kunnen, er eens bij zou tellen? Hoe veel zou er dan bij komen?’ ‘20 kilo’, aarzelt de man. ‘Lieg niet tegen mij’, spot de begeleider. ‘Als je jezelf wilt bedriegen moet je dat zelf weten. Ik wil de waarheid’. De man kijkt verlegen naar beneden en kijkt dan op. Voor het eerst tilt hij niet zijn hoofd op, hij richt het op. ‘72 kilo’, zegt hij. ‘Nee, om precies te zijn: 75 kilo’. ‘Dat is bij elkaar 147 kilo’, zegt de begeleider verbaasd. ‘Dat red je nooit met die oren! Je bent verloren man! Je kan niet meer wegvliegen! Wat nu?’ De begeleider houdt de armen boven zijn hoofd om de denkbeeldige slag af te weren. Alle ironie is op slag verdwenen. ‘Nu is het tijd om te gaan doen wat me eigenlijk te doen staat’, zegt de man. ‘Ik weet het eigenlijk allang. Mijn plek innemen. Blijven staan als het nodig is’. ‘Het dumbo olifantje is voor kinderen’, knikt de begeleider. ‘Keer je eens een halve slag om naar je partner’.
Hij draait zich om en kijkt haar aan. Onverwacht, plotseling is er ontroering.
Het is stil. Dan verbreekt hij de stilte.
‘Dag vrouw’, zegt hij nadrukkelijk.
‘Dag man’, antwoordt zij.
‘Persoonlijk zou ik liever kiezen voor een volwassen relatie met mijn partner, inclusief de krassen en bulten die het kan opleveren, dan een ouder- kind relatie’, knikt de begeleider. En daarna spottend en overbezorgd: ‘hebben jullie dat nu echt wel begrepen? Ik kan nog wel even een schriftje voor je pakken waarin je het kan opschrijven. Als je netjes schrijft dan…’ ‘Rot op!’, zegt de man
‘Nou hoor!….’, klaagt de begeleider. En dan om zich heen kijkend in de kring: ‘wie gaat verder?’