Het gesloten boek
Het gesloten boek
‘Ik heb het boek gesloten’, besloot zij. Misbruik. ‘Het is gebeurd. Ik heb eronder geleden. Ik ben het me bewust. Nu leef ik in deze relatie. Het is goed zo. Het boek is gesloten’. ‘Ik loop erop vast’, zei hij. ‘Ik ervaar dat jij er nog altijd last van hebt. Ik weet er geen weg mee. We hebben het goed samen. Maar dit staat tussen ons in’. ‘Maak eens een ring tussen duim en wijsvinger’, stelde de begeleider voor aan de vrouw. ‘Houd die ring is vlak voor je oog. Steek dan je andere wijsvinger eens door die ring tot in je oog. Die ring is je vagina, die wijsvinger is de penis van de dader. Wees je heel bewust van wat er gebeurt’. Ze maakte de beweging, bewust, zorgvuldig. Haar partner moest kokhalzen. ‘Wat gebeurt er?’, vroeg de begeleider. ‘Ik moest mijn ogen dichtdoen, maar verder voel ik niet zoveel’, zei ze vlakjes. ‘Is dat hoe je het doorstaan hebt?’, vroeg de begeleider. ‘Je ogen afsluiten en je gevoel afsluiten?’ De vraag kwam binnen. Met stil verdriet zei ze: ‘Ja, zo heb ik dat gedaan’. Haar hand viel terug op haar schoot. ‘En al die verdrongen gevoelens zijn nu levend in de man tegenover je’, stelde de begeleider. De man kreunde. ‘Zo machteloos, zo wanhopig’, mompelde hij. ‘Blijf naar je man kijken en zie je eigen gevoelens. Lees je eigen gesloten boek’, zei de begeleider. Ze zaten tegenover elkaar en keken. In de minuten die volgden gingen langzaam de poorten open: angst en pijn, verdriet en wanhoop. Soms zie je een explosie van emoties, maar dat was hier niet het geval. Het begon als een kleine stroom die uitgroeide tot een brede rivier. Ze zaten tegenover elkaar, en ze zagen elkaar. ‘We hebben zoveel verteld aan elkaar’, zei ze. ‘Maar nu, voor het eerst, hebben we het gedeeld’.
‘Het gesloten boek ligt altijd in de hoek van de kamer’, meende de begeleider. ‘En juist op de momenten dat jullie de liefde ervaren kan het plotseling openvallen. Een gesloten boek zal altijd weer zichzelf openen omdat het gelezen wil worden. De gevoelens die je jezelf verbiedt worden zo door de ander ervaren. Liefde brengt eenheid in vreugde, maar ook in pijn’. ‘Het is een pijn die ik niet kan verduren’, fluisterde ze. ‘Ik word daar razend van’, worstelde de man. ‘Schuif dan de stoelen eens naar elkaar toe’, suggereerde de begeleider. ‘Zo dicht dat je elkaar kan aanraken. En blijf naar elkaar kijken. Zie elkaar, het gezicht, je lijf. Kijk nu eens door de kleren heen, naar het naakte lijf van de ander, dat zal jullie wel niet veel moeite kosten…’ Het bleef een halve minuut stil. ‘Stel je nu voor dat je op het lijf van je partner de verwonding van het verleden kan zien. De verwonding van het verleden als een verwonding van je lijf’. Weer bleef het stil. ‘Leg nu je hand op de verwonding van de ander’. Rustig ging de hand van de vrouw naar het hartgebied van de man. De hand van de man reisde naar het geslacht van de vrouw. Diep verdriet kwam vrij. ‘En nu blijven je handen waar ze zijn’, instrueerde de begeleider. ‘Jullie hoofden komen overeind en je kijkt naar elkaar. Jullie handen zien de wonden. Maar kijk met je ogen naar de heelheid van de mens tegenover je. Zie dat de ander ondanks de verwonding, of wellicht juist door die verwonding de mens is die je liefhebt. Zie het wonder. Zie de grootsheid van elkaar net zoals jullie handen de verwonding zien. Dat is het principe van heelheid’.
Minutenlang zaten ze en keken ze. Door de tranen heen groeide een stille vreugde. De liefde vulde de werkkamer. ‘Uit elkaar’, zei de begeleider uiteindelijk.
‘Gesloten boeken vallen steeds weer open tot ze gelezen zijn’, herhaalde de begeleider. ‘Een lesje van mijn leermeester Willem Zwartberg. Vertel elkaar de verboden verhalen, niet een keer, maar steeds opnieuw. Beleef elkaars verhaal. Deel de pijn, ervaar de heelheid. Alleen als de wond is blootgelegd, kan de liefde helen’. ‘En kan ik vrijer ademhalen’, fluisterde de vrouw.