Werken met liefdesenergie. Zelfverraad.
‘Niemand raakt mij aan! Ik ben trouw aan mijn grenzen!’. Daar stond ze in het midden van de kring van vier mensen die om haar heen stonden. De opdracht was en simpele oefening. Een deelnemer in het midden, vier er om heen. Iedere omstander brengt heel rustig de hand naar het lijf van de mens in het midden. Bij iedere aanraking bewust inademen, ervaren wat er gebeurt in geven en nemen. Daarna rustig de handen terugnemen. Even blijven staan, ervaren wat er is gebeurd. Daarna komt de volgende in het midden staan. Simpele oefeningen hebben vaak de grootste impact als je ze zorgvuldig doet. Vaak is er een intense ervaring van nabijheid, een bevrijding van angst en een sterk bewustzijn van zenden en ontvangen. Geven en nemen is een.
De begeleider was er snel bij. Hij onderbrak de oefening. ‘Niemand raakt je aan als jij het niet wilt’, zei hij. ‘Je kent onze werkregels en daar ben je akkoord mee gegaan. De oefening is uitgelegd en je hebt je niet gemeld. Wat is hier aan de hand?’. De koele toon werkt als een koude douche als oude brandwonden weer opspelen. ‘Ik weet het niet. Ik wil het gewoon niet’. ‘Ben je misbruikt?’, vroeg de begeleider. Ze haalde onverschillig de schouders op. ‘Niet echt, dat speelt niet. Ik ben een paar keer verkracht maar…’ ‘Je bent misbruikt’, onderbrak de begeleider haar. Langzaam maar zeker drong het door wat er speelde. ‘Ja’, wist ze. ‘Ja, dat is gebeurd, maar dat is nu jaren geleden. Ik heb het goed verwerkt. Ik heb mijn grenzen goed leren bewaken’. ‘Nee’, schudde de begeleider het hoofd. ‘Nee, dat heb je niet geleerd. Jij hebt geleerd in plaats van grenzen te bewaken muren neer te zetten’. ‘Dat doe ik niet!’, protesteerde ze. ‘Ik zeg toch duidelijk dat ik het niet wil!’ ‘Je doet meer dan dat’, reageerde de begeleider. ‘Je maakt jezelf onaanraakbaar. Je jaagt mensen op afstand. Je gedraagt je als een bunker met een dikke betonnen muur. Onaanraakbaar van binnen en schieten op alles dat nabij komt’. ‘Zo verdedig ik mezelf’, rechtvaardigde ze zich. ‘En zo beroof je jezelf van liefdevol contact’, meende de begeleider. ‘Hoe lang gedraag je je al alsof de invasie dreigt?’ Ze is even stil. De woorden komen binnen. De eenzaamheid zucht in haar adem. ‘Grenzen kan je je bewust worden’, legde de begeleider uit. ‘Grenzen kan je verdedigen en grenzen kan je verleggen. Je kan ze openen en sluiten. Alleen op de grens kan je elkaar ontmoeten. Jij hebt muren moeten bouwen omdat je grenzen zijn overschreden’. ‘Ik ben trouw aan mijn grenzen’, herhaalde ze. ‘Als mensen dat zeggen, komt het er vaak op neer dat ze een muur neerzetten’, antwoordde de begeleider. ‘Jouw ‘ik ben trouw aan mijn grenzen’ zou wel eens het zelfverraad kunnen zijn waarmee je liefde onmogelijk maakt. Wat vind je? Zullen we de oefening nog eens doen met je ogen open? Je kan stop zeggen op ieder moment dat je het wilt en ik blijf er bij’. Ze aarzelde even en knikte. De muziek klonk weer. Ze stond in het midden van de kring. Een hand naderde haar rug en raakte haar aan. Heel even verstijfde haar lijf. Daarna sloot ze haar ogen en ademde diep naar binnen terwijl degene die haar aanraakte uitademde. Een volgende hand ging naar haar hartchakra. De adem ging met een langdurige snik naar buiten. ‘Kan ik nu gaan?’, vroeg de begeleider. Ze knikte. Er kwam een hand van links, er kwam een hand van rechts. Daar stond ze, opgenomen in een klein groepje mensen, in een cirkel van liefde. Na enige tijd verstilde het verdriet en kwam er rust. Met de rust kwam de heling en toen de handen werden weggenomen stond ze daar, roerloos, met zachtheid op haar gelaat, met glanzende betraande ogen en een verlegen lach om de mond. Ze stond daar geroerd door de ontroering om haar heen.
‘Hoe maak je van de muur een grens?’, vroeg een van de deelnemers in de nabespreking. ‘Door er rustig tegenaan te lopen en te blijven’, antwoordde de begeleider. ‘De meeste mensen die tegen een muur aanlopen, schrikken en keren zich af. Daarmee bevestigen ze de eenzaamheid van de bunker mens. Als je niet schrikt en blijft staan, merken ze dat je ongewapend bent. Dan valt het meestal wel mee met die muur’.