Werken met liefdesenergie: een goed gesprek
Een vriendelijke man. Een woorden man. Hij kwam binnen en gaf me een hand. De kraan ging open. Hij vertelde wat hij gedaan had, wat hij nu deed en wilde gaan doen. Hij vertelde van succes en uitdaging. Hij wilde zichzelf nader leren kennen. Hij luisterde scherp naar iedere vraag en beantwoordde de vraag uitvoerig. Een krasje op de ziel viel niet te ontdekken, maar glans even min. De woorden kabbelden zoals zijn leven kabbelde. Zijn vrouw werd er gek van, bevestigde hij.
Zijn woorden hadden het effect van een wurgkoord. Het werd nauwelijks merkbaar om je heen gevlochten en dan langzaam aangetrokken. Steeds krachtiger totdat het je levensadem benam. Het leven ging verder, maar de ziel was eruit.
Het woord is het meest verfijnde instrument om contact te maken en de kern aan te raken. Als je elkaar aanraakt met het woord bloeit de liefde. Maar als de ziel eruit is, laat het woord zich vrijwel nooit met het woord bestrijden. Dan ontstaat ‘het praten over’, het schimmenspel van de liefdeloosheid.
Dan maar liever ervaring. Een rol closetpapier brengt uitkomst. ‘Praat rustig verder’, zei de begeleider. Hij liep rond zijn cliënt en wikkelde de rol af. Zo zou hij worden ingepakt op zijn stoel. ‘Wat doe je nu?’, vroeg de cliënt toen hij voor de tweede keer voor langs kwam. ‘Ik doe wat jij doet ‘ antwoordde de begeleider. ‘Je pakt mij in met je woorden. Je pakt de wereld in met woorden. Je pakt jezelf in met woorden. Je zegt dat je jezelf wilt leren kennen, maar je maakt jezelf zo onherkenbaar’.
Voor het eerst was het enige tijd stil. Dan fluisterde de cliënt ‘dit wist ik niet…’
‘We gaan lopen’, zei de begeleider. Je neemt je vraag in je handen. Je blijft naar je handen kijken tot je een vraag hebt die uit je ziel komt. Ik loop naast je en zal van uit mijn weten op jouw vraag antwoorden. Spaarzaam met woorden, korte zinnen. Geen gelul.’
Daar liepen ze door de tuin. Naast elkaar in de pas. De een met zijn handen voor zich, steeds kijkend naar zijn handen. De ander rustig voor zich uitkijkend. Je kon zien dat ze zo nu en dan iets zeiden. Stille concentratie. Geen oogcontact maar zielscontact.
‘Een goed gesprek’, zei de cliënt toen jij vertrok.
De volgende supervisiedag op 09-11-2015 Piet Weisfelt