Werken met liefdesenergie Brakel op de Hei
‘Ik ben aan het vereenzamen. Ik moet er uit’, wist ze. Daar zat een vrouw in het schemerlicht van zichzelf. ‘Laten we erop uit gaan’, bevestigde de begeleider. ‘Waar woon je?’ ‘In Brakel op de Hei’, antwoordde ze. ‘Waar in Brakel op de Hei?’ ‘Aan de rand van het dorp’. ‘Ga je wel eens naar het centrum?’ ‘Brakel op de Hei heeft geen centrum’, antwoordde ze. ‘Er staan links en rechts wat gebouwen, allemaal verspreid’. ‘We gaan de deur uit’, probeerde de begeleider. ‘Kom op, wat is het eerste wat je tegenkomt?’ ‘Rechts van me een weiland, daar staan een paar koeien’. ‘Leuke koeien?’. ‘Die ene is wel leuk’, wist ze. ‘De Grote Grazer’. ‘Jij wordt die koe’, wees de begeleider een deelnemer aan. De man kwam overeind en loeide haar toe. Het schemerlicht begon voorzichtig te knipperen. ‘Dit wordt een leuke dorpswandeling’, vond de begeleider. ‘Wat zie je als je de andere kant op kijkt?’ ‘Een kleine supermarkt, daar doe ik wel eens boodschappen’. ‘Ga je daar alleen heen om boodschappen te doen?’ vroeg de begeleider ongelovig. ‘Daar zou je mensen kunnen ontmoeten’. ‘Daar heb ik nog nooit aan gedacht’, antwoordde ze. ‘Zo maar een idee’, meende de begeleider. Hij wees een ander aan. ‘Supermarktklant. Kom op we wandelen verder’. Zo wandelden ze door het dorp met de ver uiteen liggende gebouwen. Ze passeerden een kerk, een groot huis, een huis met een groene voordeur, een plek waar de jongeren rondhingen, een bushalte, een dorpshuis en een cafetaria. Op alle plekken stonden uiteindelijk deelnemers. ‘Nog best druk voor zo’n gat’, meende de begeleider. ‘Ga zo links en rechts maar eens op bezoek’. Ze werd overal vriendelijk ontvangen. Het licht begon wat helderder te branden. Het gaf haar moed en langzaam maar zeker begon ze haar eerst aarzelende rondgang steeds leuker te vinden. ‘Waarom nodig je ze niet thuis uit?’, vroeg de begeleider. ‘Zo kan je Brakel op de Hei een stuk gezelliger maken. Als je bang bent voor de afwijzing kan je het beste met de koe beginnen’. De Grote Grazer had zijn rol nog niet vergeten. Zodra ze in zijn bereik kwam, greep hij haar vast, tilde haar op en danste in het rond. ‘Laat me los!’, riep ze met vreugd in haar stem. ‘Ik moet nog verder!’ De koe liet haar gaan. Haar aarzelende glimlach werd breder, het licht ging stralen. ‘Kom je?’, vroeg ze tot haar eigen verbazing. ‘Ga je met me mee? Dan wordt het leuk. Kom nou!’ Links en rechts trok ze mensen naar zich toe. Ze begon te dansen en zelfs de kerk begon –zij het wat aarzelend – mee te dansen. ‘Brakel op de Hei krijgt een totaal nieuwe infrastructuur’, constateerde de begeleider. Het feest op het nieuwe dorpsplein, voor haar huis aan de rand van het dorp, werd steeds leuker. De hele dorpsverlichting leek aan te gaan. Groepsleden die nog in de kring zaten wilden gaan meedoen. Uiteindelijk zette de begeleider de muziek uit. ‘Begrepen?’ vroeg hij. Ze knikte. ‘Ik wist het allang. Erop uitgaan, mensen aanspreken, na zoveel jaren weer opnieuw in de wereld stappen. Ik kon mezelf er niet meer toe zetten’. ‘In deze workshop ga je oefenen’, zei de begeleider. ‘Brakel aan de Hei moet een nieuwe infrastructuur krijgen’.
Ze oefende. Gedurende de verdere workshop was ze actief. Ze nam initiatief, meldde zich als er gewerkt moest worden. Ze vroeg de nabijheid en kreeg die. Het geven en nemen bracht een nieuwe kleur op haar wangen.
‘En hoe verder?’, vroeg de begeleider. ‘Nu ga ik verder doen wat ik hier gedaan heb’, antwoordde ze. ‘Succes’, reageerde de begeleider. Ze lachte blij. ‘Ik kom terug’, zei ze. ‘Maar ik heb eerst werk te doen in Brakel op de Hei’.