Werken met liefdesenergie. Rapunzel
‘Wat wil je doen?’, vroeg de begeleider. Daar zat ze. Een zachte, intelligente vrouw, verscholen in een zwaar lijf. Een harnas van vlees, als bescherming tegen de buitenwereld, die haar had misbruikt. Ze had een geschiedenis waarvan de rillingen je over de rug lopen: een alcoholistische vader, een vluchtende moeder, geweld en misbruik. Ze was een Assepoester, tot ze oud genoeg was om het ouderlijk huis te ontvluchten. Ze had de eerste dag van de workshop letterlijk en figuurlijk aan de rand gezeten. De begeleider had met een enkele vriendelijke opmerking, een lichte aanraking in het voorbijgaan, al een eerste begin gemaakt. ‘Mijn vader was al een week dood toen ze hem vonden’, vertelde ze. ‘Ik ging als eerste naar binnen. Ik heb zijn begrafenis in mijn eentje geregeld. Zo lang geleden en nog steeds kan ik niet om hem huilen’. ‘Schuif eens naar voren’, zei de begeleider.
Daar zat ze, de ogen naar beneden gericht, midden in de kring, afgesloten van de wereld om haar heen, opgesloten in haar eigen bunker. ‘Rapunzel’, zei de begeleider. ‘Ze kon aan haar haren wel mensen naar binnen trekken, maar ze kon er niet uit’. Ze keek op. ‘Ik ken het verhaal’, zei ze.
De begeleider dacht even na. De rollen moesten omgekeerd worden. ‘Ik heb een rol toiletpapier nodig’, zei hij. Een van de groepsleden stond op om er een te halen. ‘Het cursusmateriaal is eindeloos gevarieerd’, legde de begeleider uit aan de vragende blikken. Daar kwam de toiletrol. ‘Alsjeblieft’, zei de begeleider ‘houdt vast’. Hij drukte haar de rol papier in haar handen en schoof met het eind van het papier in zijn hand op flinke afstand. ‘Daar zit jij, in de wereld van je verleden’, zei de begeleider. ‘Hier zit ik in de wereld van deze workshop. Jij zit gevangen in dreiging en dwang. Je eigen eenzaamheid. Hoe lang zit je al in die innerlijke cel?’ ‘Al vanaf mijn eerste herinneringen’, zei ze, haar ogen gericht op de rol die ze in haar handen hield. ‘Rapunzel’, zei de begeleider, ‘ik kan niet bij jou naar binnen. Dat hebben vast en zeker al heel wat mensen geprobeerd. Zou jij naar buiten willen komen? Je hoeft alleen maar de rol op te rollen om me te vinden’. Ze zat doodstil. ‘Weg uit je gevangenis, ontsnappen aan de cipiers van je geschiedenis, naar wie je echt bent’, pleitte de begeleider. Heel langzaam begon ze het papier op te rollen. Ze schoof dichter en dichter naar de begeleider. Toen ze vlakbij was, keek ze op en begon zachtjes te huilen. Ze was eindelijk dicht genoeg bij de begeleider, zodat hij zijn hand kon uitsteken en haar naar zich toe kon trekken. Ze huilde nu voluit in zijn armen. ‘Waarom huil ik nu toch?’, vroeg ze tussen de snikken door. ‘Je huilt om jezelf’, legde de begeleider uit. ‘Je huilt om het kind, het meisje, de jonge vrouw die in de gevangenis zat, ook toen ze allang het ouderlijk huis had verlaten. Je kan pas om de gevangene huilen als je vanbinnen de vrijheid proeft’. ‘Maar mijn vader..’ snikte ze. De begeleider streelde haar haren en zei: ‘Je mag huilen om de gevangene. Je hoeft niet te huilen om de cipier’.
Ze zaten nog even stil bij elkaar. ‘Iedere dag opnieuw uit de gevangenis komen’, zei de begeleider. ‘Ongemerkt zal je er vaak in terugkeren. Dat is helemaal niet erg, als je er maar weer uitkomt. Uiteindelijk ga je wel proeven hoeveel leuker de vrijheid is’. ‘En mijn vader?’ ‘Een cipier zonder gevangene is een gevangene’, antwoordde de begeleider. ‘Als je genoeg om jezelf gehuild hebt, zullen de tranen voor hem wel komen. Vrije tranen en niet de tranen van schuld’.
In verband met covid 19 hebben wij de workshop intimiteit/seksualiteit gecanceld. Wanneer er door het RIVM weer groen licht gegeven wordt, wordt een nieuwe datum bekend gemaakt.