Een boodschap doen
‘Ik zit vast’, vertelde de man. ‘Het gaat allemaal goed, maar ik zit vast. Ik haal niet uit het leven wat erin zit’. ‘Wat staat je te doen?’, vroeg de begeleider. Een aarzeling volgde. ‘Ik weet het werkelijk niet’. ‘Waaraan zit je vast?’, vroeg de begeleider. Het bleef even stil. ‘Aan mijn situatie thuis’, antwoordde hij uiteindelijk. ‘Mijn vrouw trekt erop uit. Ze pakt van alles aan. Ik ben meer degene die thuis de zaak draaiende moet houden. We hebben het best goed voor elkaar. Maar toch benauwd het me. Ik heb het gevoel dat ik het leven misloop. Ik ben mezelf kwijt’. ‘Wat zou er gebeuren als jij erop uit trok?’, vroeg de begeleider. De man week terug. ‘Ik wil haar niet kwijt, ik wil thuis niet kwijt’. ‘Kies eens een vrouw uit met de energie van je partner’, stelde de begeleider voor. Zonder aarzeling wees hij een vrouw aan. ‘Kies nu eens een man uit waarvan je voelt dat hij zijn levensreis gemaakt heeft’, was de volgende opdracht. De begeleider zette de situatie neer. De vrouw, met de client vlak tegenover haar, de man op flinke afstand aan de andere kant van de zaal.
‘Kijk nu naar de vrouw waar je tegenover staat’, instrueerde de begeleider. ‘Besef je plek in deze relatie. Sluit dan nu je ogen en ervaar wat er van binnen gebeurt’. Enige tijd verstreek. ‘Wat zou je tegen die vrouw willen zeggen?’, vroeg de begeleider. De man antwoordde nog steeds met de ogen gesloten. ‘Ik houd van je. Ik voel me benauwd. Ik weet niet meer wat ik zelf wil…’
‘Open je ogen en draai je om’, suggereerde de begeleider. De man keerde zich om en keek naar de man op afstand tegenover hem. ‘Wat zie je?’, vroeg de begeleider. ‘Ik zie een zelfverzekerde man, trots, stevig’, zei hij bewonderend. En toen met verbazing in zijn stem: ‘Verdomd! Ik kijk naar mezelf!’. ‘Worden wie je bent’, vatte de begeleider samen. ‘Als dat is wie je bent, ga dan nu het volgende doen. Loop langzaam en heel bewust naar die man toe en verenig je ermee’. De man kwam in beweging, aarzelend, langzaam. ‘Voorbij de pijn van je verleden, toen je geleerd hebt je zo aan te passen’, moedigde de begeleider aan. Weer kwam beweging, gevolgd door een aarzeling. ‘Voorbij de angst dat je je partner teleurstelt of tekortdoet’, ging de begeleider verder. Weer kwam er beweging, weer de aarzeling. ‘Voorbij de angst om te falen’, gaf de begeleider aan. ‘Want het enige werkelijke falen is het niet aangaan van de reis’. Weer kwam de man in beweging. Zijn beweging werd beslister en naarmate hij dichter bij de man tegenover hem kwam bewoog hij sneller. Uiteindelijk omhelsde hij de man, het beeld van zichzelf. ‘En nu omkeren’, beval de begeleider, ‘en kijk naar de vrouw die daar staat’. Twee paar ogen keken naar de wachtende vrouw. ‘Neem hem nu mee naar haar’, stelde de begeleider voor. Ze liepen rustig op haar af en omhelsden de vrouw.
‘De reis van de held wordt voltooid door de terugkeer’, wist de begeleider.
‘Je gaf wel veel instructies’, merkte een deelnemer bij de nabespreking op. ‘Dat klopt’, reageerde de begeleider. ‘Ik volgde de stappen van het heldenverhaal. Op reis gaan van de plek waar je bent. Op zoek naar de levensopdracht om te worden wie je bent. En terug te komen om het goede te doen met de verworven rijkdom’. ‘Met de forse kans dat het allemaal mislukt of dat zij er inmiddels met een ander vandoor is’, spotte een ander. ‘Die kans is er zeker’, knikte de begeleider. ‘Maar je hebt in ieder geval een zekerheid. Als je blijft waar je bent, haal je niet uit het leven wat erin zit en breng je niet aan het leven wat je te geven hebt. De waarde van het leven wordt niet bepaald door de vraag of je gescoord hebt, maar door de vraag of je wedstrijd hebt gespeeld. Zijn vrouw weet dat blijkbaar al. Nu hij nog…