Werken met liefdesenergie. Binnenkomen
Ze had twee dagen geaarzeld. Op het laatst, op de derde dag, meldde ze zich aan voor persoonlijk werk. ‘Wat wil je bereiken?’, vroeg de begeleider. Ze sloeg haar ogen neer, deed de armen om haar knieën en zweeg. ‘Wat wil je bereiken?’, herhaalde de begeleider. ‘Dat is een agressieve vraag’, reageerde ze, terwijl ze nog steeds het oogcontact ontweek. ‘Nee’, zei de begeleider vriendelijk. ‘Het is een belangstellende vraag’. ‘Het is agressief’, hield ze vol. ‘Ik moet weer wat van je. Ik voel me onder druk gezet’. Voor het eerst keek ze de begeleider aan. Vlammend felle ogen, de vuurbril voor de lenzen van de angst. Meteen schoten haar ogen weer de andere kant op. ‘Helpt het als ik op mijn handen ga zitten?’, vroeg de begeleider. ‘Dan kan ik je niets doen’. ‘Blijf je dan op je handen zitten?’, vroeg ze. ‘Totdat jij zegt dat ik ervan af mag’, bevestigde de begeleider. Ze wachtte even. Toen zei ze aarzelend: ‘Akkoord’. ‘Schuif maar naar voren’, nodigde de begeleider haar uit. Hij schoof naar voren in de kring en ging op zijn handen zitten. Zij stond op en bleef tegenover hem staan. De begeleider keek omhoog. ‘Op deze manier wordt het een stijve nek’, zuchtte hij. ‘Zo kan ik je niet in de ogen kijken’. ‘Dat is precies de bedoeling’, antwoordde ze. ‘Je ogen kijken niet naar me. Ze kijken in me. Je wilt wat van me’. ‘Wat zou ik van je willen?’, vroeg de begeleider verbaasd. ‘Dat weet ik niet, maar ik vertrouw je niet’. Weer was er een flits van de vlammende ogen. ‘Jij kijkt in me’, herhaalde ze. ‘En jij kijkt niet naar mij, maar je kijkt voorbij mij’, reageerde de begeleider. Nu keek ze verbaasd op hem neer. ‘Voorbij je? Wat bedoel je?’ ‘Je ziet mij niet’, legde de begeleider uit. ‘Je ziet voorbij mij de man die je heeft misbruikt. Je behandelt mij zoals je die man zou willen behandelen. Ik denk niet dat je daar veel mee oplost’. Het was alsof ze een slag in haar gezicht had gekregen. Ze deed een stap achteruit en ademde diep. ‘Dat is al een stuk beter’, vond de begeleider. ‘Nu kan ik je tenminste goed zien. Hoe zou het zijn om eens uit de hemelen van angst omlaag te komen? Ga eens gewoon zitten’. Langzaam zakte ze door haar knieën en zat ze tegenover hem. ‘Zullen we eens rustig naar elkaar kijken?’, stelde de begeleider voor. Ze keek hem aan. In het begin vluchtten haar ogen al na een paar seconden. Na een poosje konden ze blijven. Gedurende enige tijd keken ze elkaar aan. Er werd niet gesproken. De begeleider verbrak uiteindelijk de stilte. ‘Ik zie voor mij een strijdbare vrouw’, zei hij. ‘Ik zie voorbij jou een angstig, misbruikt kind’. Weer was het een poosje stil. Uiteindelijk reageerde ze. ‘Ik zie voor mij een grote man met scherpe ogen’, antwoordde ze. ‘Ik zie voorbij je ….’ Ze aarzelde. ‘Ik heb me vergist’, besloot ze uiteindelijk. ‘Je bent niet gevaarlijk’. ‘Nee’, antwoordde de begeleider. ‘Ik ben niet gevaarlijk. Maar mijn vingers beginnen nu wel zeer te doen. Mag ik mijn handen weghalen?’ ‘Doe maar’, knikte zij.
De begeleider trok zijn handen onder zich vandaan en hield ze voor zich. ‘Kijk maar goed naar die handen’, zei hij. Ze keek en tranen kwamen in haar ogen. ‘Zijn dit handen die je grijpen of handen die je troosten?’, vroeg de begeleider. Nu rolden tranen over haar wangen. Ze nam een hand vast en legde die tegen haar wang. ‘Ontvang je troost’, fluisterde de begeleider. Ze stak haar andere hand uit, legde die op de schouder van de begeleider en trok hem naar zich toe. Zo zat ze dicht tegen hem aan. ‘Ik durfde het niet aan mijn vader te vertellen’, fluisterde ze. ‘Misbruikt worden en de straf vrezen’, begreep de begeleider. ‘Dat is twee keer misbruikt worden’. Herkend worden is soms een zegen. Haar tranen bevrijdden het geheim.
Op 25 september geven wij een supervisie dag voor coaches met persoonlijke en professionele vragen. Alle nadere informatie vind je op onze site weisfelt.nl. Je kan je aanmelden via deze site, of per mail: info@weisfelt.nl