Werken met liefdesenergie Een foto
Even er tussenuit. Hij heeft zes weken hard gewerkt, geleefd op de toppen van zijn tenen. Het is tijd om weer even op de eigen zolen te staan, het levenstempo te vertragen en naar binnen te gaan. Dan, op vakantie, ontvangt hij per mail een foto.
Het is een foto van een groepje mannen. Ze hebben de armen om elkaar heen geslagen. Middenin staat een man, een kop groter dan de anderen, met een trotse grijns van oor tot oor. ‘KLUS GEDAAN’ staat er met grote letters onder de foto.
Een paar weken geleden zat deze man met de begeleider in het midden van de kring. Persoonlijk werk gebeurt in de kring. De groep deelt in de ervaring. Dat is een belangrijke helende factor. Soms participeert de groep in het werk. Het is leren met en van elkaar.
De man vertelde. Hij vertelde het dramatische verhaal van het gepeste kind. Van het platteland naar de stad verhuisd, geplaatst op een school waar hij verdwaalde en zich niet wist te handhaven. De wolven zoeken altijd een prooi die gewond is. Zijn lengte werd zijn noodlot. Al snel werd hij gepest. Eerst kwamen de losse opmerkingen, daarna de scheldwoorden ‘stomme boer’, ‘lange lul’. Dan kwamen de pesterijen, verscheurde schriften, bekladde boeken, verstopte kleding. En tenslotte werd de jacht geopend. De meute achtervolgde hem van huis naar school, van school naar huis. Thuis kon hij zijn verhaal niet kwijt, zijn ouders hadden het al moeilijk genoeg. Op school was er afgezien van een enkele opmerking van een docent geen aandacht voor. Gelukkig maar, want het verwijt van de docent aan de klas werd bitter gewroken. Hij had de martelgang anderhalf jaar volgehouden tot hij de school verliet.
Daar zat hij tegenover de begeleider. Het hoofd tussen de hoog opgetrokken schouders naar beneden gebogen. De ogen naar boven gericht om zijn ogen vast te houden. Zijn handen in de handen van zijn helper. De woorden waren overgegaan in geluiden: de snik van de wanhoop tot de schreeuw van de onmachtige woede. De begeleider moest alle zeilen bijzetten om zijn rukkende armen onder controle te houden. De groep sprong bij om de man vast te houden. De ervaring van anderhalf jaar gepest worden kwam vrij. Daar kwamen de tranen. Hij klampte zich aan de begeleider vast , de vader zoekend die hij zo gemist had.
De woorden kwamen en hij vertelde hoe hij sindsdien leefde met de angst om op te vallen. Hij vertelde over zijn verborgen bestaan, zijn eenzaamheid en zijn minderwaardigheidsgevoel. De wolvenjacht was al meer dan 15 jaar geleden. Hun prooi was nog steeds aangevreten.
‘Een uitnodiging voor een reünie’, kreunde hij. ‘Hoe halen ze het in hun hoofd!’ ‘Hoe zou het zijn om er heen te gaan?’ , stelde de begeleider voor. ‘Wat? Ik? Nooit’, stamelde de man. Zijn verbazing duwde de wanhoop snel naar de achtergrond. ‘Dat meen je niet!’, protesteerde een van de groepsleden. ‘Ik meen het wel’, zei de begeleider. ‘Hoeveel jaar word je al achtervolgd door die rot ervaringen? Vind je niet dat je lang genoeg voor prooi hebt gespeeld?’ ‘Alsof het mijn schuld is’, protesteerde de man. ‘Toen niet, nu wel’, antwoordde de begeleider. Het werd heel stil in de groep. ‘Toen was je een gepest kind. Nu ben je een volwassen man. Het kind vlucht voor zijn verleden. Een volwassen man treedt het tegemoet’. ‘Ik zou ze de hersens inslaan’, gromde de man. ‘Dat doe je niet’, reageerde de begeleider. ‘Je vertelt ze wat die schooljaren voor je betekend hebben. Je laat ze zien wie je nu bent. Daarmee bewijs je jezelf dat je geen prooi meer bent, maar een vrij mens met een eigen leven. Hoog tijd voor een herstart!’
Zomaar een foto….
Piet Weisfelt
De eerst volgende supervisie dag valt op 11 april. De workshop Lijven Lezen vindt plaats op 21, 22, 23 april. Alle informatie vind je op www.weisfelt.nl